Het verloop van de bevalling
We weten vooraf nooit precies hoe een bevalling gaat verlopen. Iedere vrouw en iedere bevalling is anders. Wel weten we dat elke bevalling een aantal fases doorloopt, de vraag is altijd hoe lang deze fases duren. Hieronder vind je een overzicht van het verloop van een bevalling.
Dit zijn pijnlijke samentrekkingen van de baarmoeder die met name aan het einde van de zwangerschap voorkomen. Ze zijn kort van duur, zo’n 20-30 seconden en kunnen wel een paar uur aanhouden. Dit gebeurt vooral ´s nachts. Deze voorweeën zorgen niet voor ontsluiting, maar wel voor het soepel en weker worden van de baarmoedermond.
Mocht je twijfelen of je voorweeen hebt of ontsluitingsweeën, probeer dan ontspanning te zoeken door een douche of bad te nemen. Een warme kruik kan ook goed helpen. Voorweeen zakken namelijk vaak af door ontspanning en warmte. Indien je veel ongemak ervaart van de voorweeën , neem dan paracetamol.
De bevalling kan op twee manieren beginnen. Doordat de vliezen breken of door het starten van weeën. In 10 procent van de gevallen begint de bevalling met het breken van de vliezen. Je verliest dan vruchtwater. Mocht dit het geval zijn, kijk dan goed naar de kleur van het vruchtwater. Normaal vruchtwater is helder, zoals kraanwater. Er kunnen wat witte vlokjes in zitten of het kan een lichtroze kleur hebben door vermenging met bloed. Soms heeft de baby in het vruchtwater gepoept, dan is de kleur van het vruchtwater geel, groen of bruin. Als dit zo is, willen wij het graag zo snel mogelijk weten, want dan is extra controle nodig in het ziekenhuis. Meestal beginnen de weeën binnen 24 uur na het breken van de vliezen. Mocht dit niet zo zijn dan verwijzen we je naar het ziekenhuis.
In de meeste gevallen begint de bevalling met weeën. Deze zullen gaan zorgen voor ontsluiting. Hoe lang de ontsluiting duurt is van tevoren niet te zeggen. Dit verschilt per persoon en hangt onder andere samen met de kracht van de weeën, of het je eerste of volgende kind is en hoe je eventuele voorgeschiedenis is. In het begin kunnen de weeën kort, onregelmatig en mild zijn. Vaak kun je gewoon doorgaan met waarmee je bezig bent. Probeer wat dingen te blijven doen, zodat je nog een beetje afgeleid wordt. Als je merkt dat de weeën langer, regelmatiger en sterker worden en als afleiding niet meer helpt, kun je je meer gaan richten op ademhalingstechnieken en ontspanningsoefeningen. Dit is dan meestal ook de tijd om eens op de klok te gaan kijken om te zien of je ons al moet bellen (zie belinstructies (doorlinken). Als je ons belt zullen we je wat vragen stellen en op basis daarvan bekijken we of het al nodig is om bij je thuis langs te komen.
Als we dan bij je thuis komen, kijken we hoe het met je gaat. We controleren de harttonen van de baby en zullen we inwendig onderzoek doen om te bepalen of er al ontsluiting is. Naarmate de ontsluiting vordert, zullen de weeën steeds krachtiger worden. Het zal meer aandacht vragen om ze op te vangen. Dit is een goed teken. Het betekent dat het einde van de ontsluiting nadert. Bij 10 centimeter heb je volledige ontsluiting. Als je baby diep met het hoofdje is ingedaald en je voelt persdrang, is het tijd voor de volgende fase van de bevalling: het persen. Tegen het einde van de ontsluiting bellen wij de kraamverzorgster, zodat zij ons kan assisteren tijdens de bevalling. Na de bevalling verzorgt zij moeder en kind.
Wanneer je 10 cm ontsluiting hebt bereikt zit het hoofdje vaak zo diep dat het op de bekkenbodem drukt. Dit veroorzaakt persdrang. Het lukt niet meer om de weeën weg te zuchten, en je lijf wil mee persen. Je gaat nu de laatste fase van de bevalling in. Voor een eerste kindje moet je gemiddeld 1,5 uur persen. Bij een tweede kindje of meer gaat dit sneller.
Als het kind geboren is, zit het nog vast aan de navelstreng. Als de bloedvaten uitgeklopt zijn, gaan we afnavelen. Vaak knipt de partner de navelstreng door en moet jullie pasgeborene op eigen kracht verder. De eerste minuten na de bevalling bepalen we ook de Apgar-score. Dit is een score die de conditie van jullie kind weergeeft.
Vervolgens moet de placenta (nageboorte/moederkoek) nog geboren worden. Doordat de baarmoeder sterk samentrekt na de geboorte van de baby, zal de placenta loslaten en geboren worden. Het kan zijn dat wij een injectie geven om dit proces te versnellen. Dit wordt gedaan om het bloedverlies zoveel mogelijk te beperken.
Het verloop van de bevalling
Tussen de 37 en 42 weken zwangerschap mag je onder onze begeleiding bevallen. De meeste bevallingen vinden in deze periode plaats. Mocht je buiten deze termijn gaan bevallen, dan wordt je verder begeleid in het ziekenhuis onder leiding van de gynaecoloog.
Voorafgaand aan de bevalling kunnen de volgende symptomen zich voordoen:
Harde buiken
Dit zijn samentrekkingen van de baarmoeder die niet pijnlijk zijn. Ze komen niet met regelmaat en nemen af bij rust. Ze kunnen wel ongemakkelijk zijn. Vaak zijn ze gerelateerd aan drukte, zowel geestelijk als lichamelijk. Ook kan een blaasontsteking de oorzaak zijn. Harde buiken komen aan het einde van de zwangerschap vaker voor en kunnen geen kwaad. Wanneer deze harde buiken niet afnemen met rust is het advies om je urine te laten controleren op een blaasontsteking. Dit gebeurt bij de huisarts
Voorweeën
Dit zijn pijnlijke samentrekkingen van de baarmoeder die met name aan het einde van de zwangerschap voorkomen. Ze zijn kort van duur, zo’n 20-30 seconden en kunnen wel een paar uur aanhouden. Dit gebeurt vooral ´s nachts. Deze voorweeën zorgen niet voor ontsluiting, maar wel voor het soepel en weker worden van de baarmoedermond.
Indalingsweeën
Dit zijn steken laag in de onderbuik of in de vagina. Ze zorgen ervoor dat het kindje gaat indalen of nog wat dieper in het bekken komt. Niet iedereen krijgt hiermee te maken. Zeker wanneer het niet meer het eerste kindje is kan het ook zijn dat het hoofdje pas gaat indalen tijdens de bevalling.
De bevalling
De bevalling kan op twee manieren beginnen. Doordat de vliezen breken of door het starten van weeën. Tijdens de bevalling gebeurt er heel wat in je lichaam. Als je de baarmoeder vergelijkt met een grote ballon met een tuutje eraan, dan is de ballon de baarmoeder en het tuutje de baarmoedermond.
De eerste fase van de bevalling wordt de latente fase genoemd. Deze weeën zorgen ervoor dat de baarmoedermond soepel en week wordt. Daarnaast wordt de baarmoedermond steeds korter en verdwijnt zelfs helemaal. Ook krijg je op deze weeën de eerste 3 cm ontsluiting.
De bevalling kan ook beginnen door dat de vliezen breken. Mocht dit het geval zijn, kijk dan even goed naar de kleur van het vruchtwater. Is het vruchtwater niet helder dan is extra controle nodig in het ziekenhuis. Meestal beginnen de weeën binnen 24 uur na het breken van de vliezen. Mocht dit niet zo zijn dan verwijzen we je naar het ziekenhuis.
Geboorte
Daarna ga je de actieve fase in. In deze fase komen de weeën zeer regelmatig, ongeveer om de 3 minuten, en duren 60 seconden. Met deze weeën bereik je de 10 cm ontsluiting en dit gaat gemiddeld met 1 cm per uur. Bij een tweede kindje of meer gaat dit vaak sneller.
Wanneer je 10 cm ontsluiting hebt bereikt zit het hoofdje vaak zo diep dat het op de anus drukt. Dit veroorzaakt persdrang. Het lukt niet meer om de weeën weg te zuchten, en je lijf wil mee persen. Je gaat nu de laatste fase van de bevalling in. Voor een eerste kindje moet je gemiddeld 1,5 uur persen. Bij een tweede kindje of meer gaat dit sneller.
Wanneer de verloskundige bij je thuis komt zal deze altijd de weeën observeren om een goed beeld te krijgen waar je ergens in de bevalling zit en hoe het gaat met het opvangen van de weeën. Daarnaast voelt de verloskundige aan je buik en luistert naar de harttonen van de baby.
Wanneer de verloskundige vindt dat je goed aan het bevallen bent dan doet ze ook een inwendig onderzoek. Door middel van dit onderzoek kan de verloskundige voelen hoe lang de baarmoedermond nog is en of deze soepel en week wordt. Daarnaast wordt er gevoeld of er al wat ontsluiting is. Afhankelijk van de bevindingen wordt er dan besproken of de verloskundige bij je blijft of dat er nog even geduld nodig is. Zo nodig krijg je persoonlijke bel instructies.